Onderzoeksvaardigheden
HOOFDSTUK 2
Deelvragen
Deelvragen
2.1 Deelvragen opstellen
Op het moment dat je een onderwerp hebt gekozen is het de bedoeling dat je eerst gaat bedenken wat je al weet. Deze ‘voorkennis’ kan je helpen om later beter te zoeken naar informatie. Overigens kan je jouw vragen later mogelijk nog aanpassen als je erachter komt dat er weinig te vinden is over dat specifieke onderdeel.
Het uitwerken van een brainstormsessie kan op verschillende manieren. Je kan simpelweg een lijstje opstellen van alles wat in je opkomt, maar het kan ook wat ‘professioneler’. Met behulp van een mindmap of een woordweb kan je veel duidelijker en sneller werken.
Als het goed heb je bij opdracht 1 al twee mindmaps gemaakt, één op papier en één digitaal.
Je bent klaar met brainstormen en gaat nu nadenken over goede deelvragen.
We nemen “Hoe heeft KFC zich de afgelopen 50 jaar ontwikkeld?” als hoofdvraag in dit voorbeeld.
Met behulp van onze mindmap weten we waar ‘KFC’ mee te maken heeft.
Een goede deelvraag zou kunnen zijn “Hoe is KFC gestart”, je zoomt hiermee in op de start van het bedrijf. Het is logisch om met deze deelvraag te beginnen. Een tweede vraag zou kunnen zijn “Welke concurrenten heeft KFC?”. KFC is namelijk de enige fastfoodketen in Nederland, je kan kijken hoe andere bedrijven het doen en dit met KFC vergelijken. Als laatste pakken we de vraag “Hoe succesvol is het bedrijf vandaag de dag?", hiermee kijken we naar het heden. Hoe doet het bedrijf het nu?
Door antwoord te geven op deze vragen (begin, concurrenten op de markt en hoe het nu gaat) geef je antwoord op de hoofdvraag. Het is dus belangrijk dat de gekozen deelvragen goed aansluiten bij de hoofdvraag zodat ze jou gaan helpen om een antwoord te geven.
Opdracht 3
Ieder groepslid bedenkt nu zelf drie deelvragen, je hebt dan straks weer de keuze welke deelvragen het beste zijn.
Bij de presentatie krijgt ieder groepslid één deelvraag toegewezen.
Bij de presentatie krijgt ieder groepslid één deelvraag toegewezen.
Mocht je een groep hebben die uit twee personen bestaat, dan heb je alsnog drie deelvragen.
Mocht je een groep hebben die uit vier personen bestaat, dan bedenk je ook vier deelvragen.